In een interview reeks bieden we een kijkje achter de schermen van de danswereld, daar waar passie, ambities en uitdagingen samenkomen. Vandaag delen we het verhaal van Viviane, een bevlogen danser, docent en choreograaf.
Door Lara Sala
“Dans is mijn geluk en mijn middel tegen rouw.
Het zijn mijn vreugdedansjes”
Nadat Viviane haar zwemdiploma haalde, mocht ze een nieuwe sport kiezen van haar ouders. Ze ging met een vriendinnetje mee naar ballet. En dat bleek een goede beslissing: “Het was liefde op het eerste gezicht. Ik was zes jaar oud en vroeg meteen aan de docent hoe ik het beter kon doen. Mijn liefde groeide naarmate ik meerdere dansvormen ging beoefenen, zoals moderne dans en Caractere.”
Al snel ging ze naar de vooropleiding klassiek ballet. Daar genoot ze enorm van, tot het laatste jaar. “De klassiek balletdocent kleineerde mij en liet me voelen dat ik niet goed was. Geen enkele tiener hoort te ervaren wat ik daar heb meegemaakt. Ik heb er nog heel lang last van gehad. Als er toen binnen de school iemand was geweest die had gezegd dat het goed zou komen, iemand bij wie ik even kon leunen, dan had dat me al enorm geholpen.”
De periode liet niet alleen mentaal sporen na, ook fysiek kreeg ze klachten: een chronische ontsteking in het bindweefsel van haar borstbeen, waar ze soms nog steeds door wordt beperkt. Toch heeft alles wat er is gebeurd ook iets positiefs opgeleverd:
“Ik heb van die tijd geleerd om de positieve kracht te zoeken in het negatieve. En dat breng ik mee in mijn docentschap. Ik wil dat mijn studenten kunnen floreren. Wanneer een leerling iets niet kan doordat ze die dag niet lekker in haar vel zit of pijn heeft, dan lever ik maatwerk, zodat ze toch met een goed gevoel de les uit komt. Je eigen grenzen kunnen en durven aangeven, dát probeer ik mijn leerlingen bij te brengen.”
“Ik wil dat mijn studenten kunnen floreren”
De overgang naar de dansvakopleiding was enorm: “De smeltkroes van achtergronden en dansstijlen. De uitbundige, extraverte sfeer. En het onzichtbare normen en waardensysteem wat ik niet kende, laat staan begreep. Elke maandag was ik bang voor de weekopening, met opdrachten als lapdansen en solo’s zingen, ten overstaan van iedereen. Maar de lessen gingen goed. Ik kreeg hoge cijfers, mooie opdrachten en kreeg uitdagingen die ik nodig had om mijzelf te ontwikkelen en ontplooien op dansgebied.”
In haar laatste jaar liep Viviane stage bij een groot showballet in Hilversum. Dit betekende school op maandag en dinsdag, repeteren van woensdag t/m vrijdag en in het weekend 5 shows. “Ik was dus fysiek 7 dagen aan het werk tegenover een stagevergoeding, waarvan ik de helft moest afstaan aan de opleiding. Vervolgens kreeg ik ook nog een factuur voor boekengeld, zonder dat we boeken hadden gekregen. Dat weigerde ik, dus ben ik naar de opleiding gestapt waar ik mijn gelijk wist te behalen. Ik ben supertrots op mezelf dat ik dat gesprek ben aangegaan.”
“Hiërarchie mag blijven bestaan, daar voel ik me fijn bij,
maar wel met respect naar beide kanten”
Volgens Viviane hebben dansacademies een verantwoordelijkheid op dit gebied: “Wij dansers hebben nooit geleerd hoe het werkveld werkt. Wat ga je verdienen? Waar heb je recht op? Hoe kom je voor jezelf op? Daar moet veel meer aandacht voor komen. Studenten hebben op de academie iemand nodig die hen daarin begeleidt.”
Viviane ziet het ook terug in het werkveld. Omdat dansers niet weten hoe ze zichzelf op waarde kunnen schatten, maken werkgevers daar misbruik van door onredelijk lage vergoedingen te bieden. Viviane komt met een schrijnend voorbeeld: “Ik heb een paar jaar geleden nog een aanbod gekregen om bij een groot muziekspektakel in de Arena te dansen. Van mij werd verwacht een week vrij te nemen om hiervoor te repeteren, terwijl ik alleen mijn reiskosten naar de shows zelf vergoed kreeg. Hiervoor heb ik dus vriendelijk bedankt. Dans is een enorm lange en intensieve investering. Een opleiding tot advocaat duurt ook tien jaar, maar daarna krijg je wél goed betaald”, zegt Viviane, die, mede ingegeven door haar ervaringen, een studie Toegepaste Psychologie ging doen. Inmiddels ontwikkelt ze initiatieven en programma’s om het dansklimaat veiliger en opener te maken: “Ik wil helpen. Daar waar ik vroeger geen hulp heb gehad.”
“De grootte van de show maakt niet uit, als ik dans voel ik me gelukkig’’
[envira-gallery id=”2847″]