Advisering van de commissie
De advisering van de Ethische Commissie Dansen wordt gebaseerd op:
- documenten die zijn opgevraagd bij de kandidaten (VOG, cv, motivatiebrief, referenties en een belangenverklaring);
- een social media check over een aantal gerelateerde onderwerpen (uitingen over de danssector en ethische en integriteitskwesties);
- een individueel en vertrouwelijk gesprek met de kandidaten om hun motieven, rolopvatting, morele overtuigingen en eventuele kwetsbaarheden te verkennen;
- een openbare referentiecheck: de namen van de kandidaten zijn vier weken op de website van de Alliantie Dans Veilig geplaatst, met de mogelijkheid om per mail, voor 12 maart 2025, een reactie op de voordracht te sturen aan de ethische commissie via ethischecommissiedansen@minocw.nl.
U vindt hier een uitgebreidere beschrijving van de werkwijze van de commissie.
Kandidaten Opvolgingscommissie Dansen
De volgende kandidaten worden voorgesteld voor deelname aan de Opvolgingscommissie Dansen:
- Marc Merx, beoogd voorzitter
- Mirjam Decoz, beoogd lid
- Jorien Feenstra, beoogd lid
- Jeffrey Kuijs, beoogd lid
- Miriam Reijnen, beoogd lid
- Annemarie de Ruijter, beoogd lid
Op een later moment vindt u op deze plek ook de namen van beoogde leden van de stuurgroep en expertgroepen onder de Alliantie Dans Veilig.
Hoe kunt u reageren?
U kunt over de voorgenomen deelname tot 12 maart 2025 een mail sturen aan: ethischecommissiedansen@minocw.nl.
Goed om te weten
- Uw mail wordt vertrouwelijk behandeld.
- De informatie zal worden meegewogen bij het advies dat de Ethische Commissie Dansen zal geven aan de minister van OCW (voor de beoogde leden van de Opvolgingscommissie Dansen) en aan de Alliantie Dans Veilig (voor de beoogde deelnemers aan de stuurgroep en de expertgroepen).
- De inhoud van anonieme reacties zijn lastiger te verifiëren en zullen hierdoor door de commissie minder goed kunnen worden meegenomen in het vormen van een advies.
- Reacties met uitgesproken meningen over een persoon, maar waarin geen concrete voorbeelden of ervaringen worden genoemd, zijn lastiger te verifiëren en zullen hierdoor door de commissie minder goed kunnen worden meegenomen in het vormen van een advies.
- Bij een reactie die (serieuze) vragen oproept over de integriteit of geloofwaardigheid van de betreffende persoon zal altijd navraag worden gedaan, indien mogelijk, bij degene die de reactie heeft ingestuurd om de drijfveren van de indiener en de achtergrond van de reactie te bepalen en daarmee betrouwbaarheid van een reactie in te schatten.
- De commissie kan besluiten dat het voor de duiding van reacties nodig is om het beoogde commissielid of de beoogde deelnemer aan de stuurgroep en / of expertgroep te vragen wat de reden en aard van de betreffende reactie(s) kan zijn en hoe diegene hier zelf naar kijkt.